“Art.20.§ 1. Onverminderd de bepalingen van artikel 29, § 3, worden het rustpensioen en het overlevingspensioen toegekend na onderzoek omtrent de bestaansmiddelen.Het in verhouding tot de loopbaan toekenbare pensioenbedrag, wordt verminderd met het gedeelte van de inkomsten dat 1.000 EUR overschrijdt.Dit excedent wordt, naar gelang van het geval, beperkt tot het basisbedrag beoogd bij artikel 9, § 1, 1° of 2°, of bij artikel 11 of nog, zo de bepalingen van titel IIbis van de wet van 15 mei 1984 houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregeling van toepassing zijn, tot het bedrag van het minimumpensioen beoogd bij deze titel en overeenstemmend met een volledige loopbaan.Het bedrag van 1.000 EUR wordt op 1.250 EUR gebracht voor de persoon :1° - die aanspraak kan maken op het rustpensioen beoogd bij artikel 9, § 1, 1°;2° - die, onder de door de Koning bepaalde voorwaarden, een kind ten laste heeft op voorwaarde dat, voor het onderzoek naar de bestaansmiddelen, alleen zijn persoonlijke inkomsten in aanmerking moeten worden genomen.”(10 NOVEMBER 1967. - Koninklijk besluit nr 72 betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen).
Ga volledigheidshalve naar (geconsolideerde wetgeving) onder Belgisch Staatsblad in
http://just.fgov.be .Klik in de balk achter ’Juridische aard’ op het omgekeerd driehoekje uiterst rechts en zoek daar de nodige WetBOEKEN.