Sinds begin dit jaar dient in België bij wijziging van het privé gebruik van een bestaand (!) investeringsmiddel de BTW aftrek herzien te worden. Hierbij dient het percentage BTW dat afgetrokken werd aangepast te worden naar het percentage beroepsgebruik dat ervan gemaakt wordt.
Als er later een hoger beroepsgebruik komt dan kan er terug een hoger BTW percentage gerecupereerd worden.
België gaat hierbij voorbij aan de basisbeginselen die van toepassing zijn inzake BTW (wat een Europese wetgeving is welke iedere lidstaat dwingend dient toe te passen).
Die beperking van de BTW aftrek is minstens voor een groot deel in overtreding met die Europese basisregels.
Op 19 juli 2012 werd Nederland reeds veroordeeld door het Europese Hof wegens schending van deze Europese regel.
Als belgisch burger worden wij verondersteld van alle wetsartikels te kennen- en bij schending ervan gepenaliseerd te worden met inbegrip van boetes allerhande. Ik ga er dan ook van uit dat de belgische staat evengoed verondersteld wordt van alle wetsartikels te kennen en van die zonder discriminatie toe te passen (inclusief de Europese richtlijnen)?
Nu blijkt dat België, niettegenstaande het dit arrest C‑334/10 dd 19/07/2012 dient te kennen, toch de rechten van belgische ondernemers/BTW plichtigen schendt.
http://curia.europa.eu/juris/document/d ... cid=218464" onclick="window.open(this.href);return false;Het Hof (Eerste kamer) verklaart voor recht:
De artikelen 6, lid 2, eerste alinea, sub a en b, 11, A, lid 1, sub c, en 17, lid 2, van de Zesde richtlijn (77/388/EEG) van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting – Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag, zoals gewijzigd bij richtlijn 95/7/EG van de Raad van 10 april 1995, moeten aldus worden uitgelegd dat een belastingplichtige die een gedeelte van een tot zijn bedrijf behorend investeringsgoed tijdelijk voor eigen privédoeleinden gebruikt, op grond van deze bepalingen recht heeft op aftrek van de voorbelasting over de kosten die zijn gemaakt om aan dat goed duurzame aanpassingen uit te voeren, ook al werden deze aanpassingen met het oog op dat tijdelijk gebruik voor privédoeleinden uitgevoerd, en dat dit recht op aftrek bovendien bestaat los van de vraag of ter zake van de aanschaf van het investeringsgoed waaraan deze aanpassingen zijn uitgevoerd, aan de belastingplichtige belasting over de toegevoegde waarde in rekening is gebracht en of hij deze belasting in aftrek heeft gebracht.
Bij fiscale/BTW fraude voorziet deze regering een boete tot 500.000 euro, verhoogd met 600 opdeciemen indien deze fraude afgehandeld wordt door justitie, wat deze maximale boete op 3.000.000 euro brengt - "UNA VIA"
Nu ten volle blijkt dat de Belgische staat ten volle en bewust de rechten van BTW plichtige ondernemers schendt, kan een ondernemer die hier de schade van ondervindt (beperking van de BTW aftrek bij controle + intresten + boete) geen vordering instellen voor 3.000.000 euro, immers deze staat vindt dit bedrag héél normaal (als de Europese dwingende BTW regels geschonden worden via wetgeving!)?