Goeiemiddag, hier een laatstejaars IAB-stagiair aan het woord met een nogal prangende vraag...
Stel: een belgische vennootschap (NV) is bezitter voor een groot bedrag aan Luxemburgse SICAV's. Deze fondsen leveren geen dividenden op.
1. In welke klasse moeten deze precies geboekt staan volgens het M.A.R.? Klasse 2? Klasse 5? Laat ons zeggen dat ze voorlopig in de klasse 28 staan waar ze naar mijn bescheiden mening niet op hun plaats staan en door de fiscus trouwens meteen uit de basis voor de notionele intrestaftrek zullen gebonjourd worden...
2. Komen deze indien correct geboekt in aanmerking voor de berekeningsbasis van de notionele intrestaftrek? (nota: de NV houdt deze fondsen voor de lange termijn aan en zal de meerwaarde bij verkoop laten belasten)
Dit is wat ik in mijn scriptie (laatstejaarsstagiair IAB, weet u wel, zoals hierboven vermeld) heb geschreven betreffende deze case:
"Voor wat betreft de Luxemburgse Sicav?s is het eerste wat logischerwijze ter hand wordt genomen het Wetboek van Inkomstenbelastingen ?92, meerbepaald het artikel 205ter ?4, 2?, dat stelt dat het overeenkomstig de paragrafen 1 tot 3 bepaalde risicokapitaal verminderd wordt met onder andere de boekwaarde van de ?bestanddelen die als belegging worden gehouden en die door de aard ervan niet bestemd zijn om een belastbaar periodiek inkomen voort te brengen?. Voor de eerste drie paragrafen van artikel 205ter komen deze fondsen namelijk niet in aanmerking. De fondsen worden effectief door de vennootschap aangehouden voor een lange termijn en brengen geen periodiek inkomen op daar er geen dividenden worden toegekend.
Verdere opzoekingen werpen echter een ander licht op de zaak. Zich richtend tot de minister van Financi?n Reynders stelde volksvertegenwoordiger Carl Devlies (CD&V) onder andere de volgende vraag: ?Moeten de aandelen van een fonds ? bijvoorbeeld een BEVEK die uitsluitend op meerwaarden speelt ? worden uitgesloten??. Het antwoord van de minister hierop luidde dat dit wel degelijk het geval was: ?De kapitalisatieaandelen die zijn uitgegeven door beleggingsvennootschappen en waarvoor geen enkele uitkering van een gewoon dividend is ingeschreven in de statuten, zijn altijd uitgesloten van het regime van aftrek en van het regime van vrijstelling van meerwaarden. Die aandelen, die als belegging worden gehouden, zijn door hun aard niet bestemd om een belastbaar periodiek inkomen voort te brengen. Hun boekwaarde moet van het risicokapitaal worden afgetrokken. Of het gaat om bestanddelen die als belegging worden gehouden, moet geval per geval worden onderzocht.?
De memorie van toelichting bij het wetsontwerp van 11 mei 2005 zegt echter in haar anti-misbruikbepalingen - die nota bene verwijzen naar het op te maken artikel 205ter ?4 - dat de drie gevallen waarop deze anti-misbruikbepalingen van toepassing zullen zijn in de praktijk ?redelijkerwijs enkel voor materi?le activa worden bedacht, en dus alleen op die activa van toepassing zijn, met uitsluiting van de immateri?le activa en de financi?le activa?. Het standpunt van de minister is dus minstens vatbaar voor discussie.
Naar onze mening blijkt uit het voorontwerp van deze wet trouwens dat dit gedeelte van de antimisbruikbepalingen zich vooral richt naar materi?le bestanddelen zoals juwelen, kunstwerken, edele metalen, luxevoertuigen, etc. De verwijzing naar de financi?le activa die w?l dienen afgetrokken te worden van het te berekenen risicokapitaal gebeurt reeds in art. 205ter ?1 onder de punten a) en b). De Sicav?s vallen echter niet onder de daarin opgesomde activa die dienen afgetrokken te worden van het eigen vermogen.
Er kan dus geconcludeerd worden dat, alhoewel de wettekst an sich op het eerste zicht de uitsluiting van deze financi?le activa lijkt te bewerkstelligen zoals de minister bovendien bevestigt, de memorie van toelichting in het voorontwerp van de wet duidelijk aantoont dat de anti-misbruikbepalingen in deze wet handelen over materi?le vaste activa met uitsluiting van financi?le vaste activa. Deze Sicav?s kunnen dus naar onze mening ? die, zo beseffen we, lijnrecht op die van de minister staat - opgenomen worden in de basis voor het te bepalen risicokapitaal waarop de notionele intrestaftrek dient te gebeuren. Verdere rechtspraak betreffende dit onderwerp zal zonder twijfel meer duidelijkheid brengen."
Graag duidelijkheid, want ik voel aan mijn theewater dat hierover het laatste woord nog niet gezegd is...
Alvast bedankt!