Voor knevelarij moet er een element zijn dat de ambtenaar weet dat de gevorderde belasting niet verschuldigd is, m.a.w. er moet een opzet zijn.
In het dossier, voorafgaand aan de opgestuurde aanslag zitten voldoende stukken, opgesteld door de administratie zelf, (februari 2010) die duidelijk aantonen dat de herziening onterecht was.
Na 2010 is vrijwel elke ambtenaar die met het dossier te maken heeft gekregen aangeschreven geweest met een verwijzing naar het onderzoek van Mechelen. De naam van de verantwoordelijke binnen de BBI is doorgegeven, dossiernummer onderzoek en details van PV's van bankgegevens.
Het lijkt me dat opzet kan bewezen worden.
Als ik het mij goed herinner, is er in uw geval een veelvoud aan verschillende ambtenaren bezig geweest met uw dossier, dan wordt dat moeilijk aan te tonen. Het klakkeloos overnemen van de conclusies van een voorganger is immers een gebrek aan goed bestuur, maar geen knevelarij.
We spreken over meer dan 10 jaar en in dit dossier heeft de ene bijna gepensioneerde ambtenaar de andere bijna gepensioneerde ambtenaar opgevolgd.
Uit info uit een vorige post zou elke ambtenaar verplicht zijn om vermoeden van knevelarij te melden aan de procureur des konings. Dit is ook niet gebeurd.