Goedenavond,
hierbij een kleine opsomming van mijn probleem en of dit al dan niet correct is.
In 2004 had ik een persoonlijk faillissement.
Verschoonbaar verklaart op 17/03/2014.
Nu hadden de belastingen alle tegoeden die ik jaarlijks op mijn persoonlijke belastingen had, steeds ingehouden, dit ten bedrage van 37000 euro. Dit na 2004 welteverstaan.
Na mijn verschoonbaarheid had ik de belastingen hiervan op de hoogte gesteld in de hoop om deze gelden te kunnen recupereren.
Maar tot mijn spijt kreeg ik een brief met mooie wetteksten, waarin men zich beroept op volgende teksten:
Artikel 334 van de programmawet van 27 december 2004 die bepaald dat: “elke som die aan een belastingschuldige….
Artikel 82, 1° lid van de Faillissementswet bepaalt dat als een gefailleerde verschoonbaar …
Kortom, komt er op neer dat ik nergens recht op heb, tot ik vandaag toch de moed vond om eens de teksten te bekijken en op te zoeken en daar zie ik staan;
NOTA : bij arrest nr 114/2004 van 30-06-2004 (B.St. 22-07-2004, p. 56928), heeft het Arbitragehof artikel 82, lid 1, vernietigd.
Wat wil dit nu eigenlijk allemaal zeggen? Heb ik überhaupt nog ergens recht op? of is dit een totaal verloren zaak… Het gaat tenslotte over een klein spaarpotje.
Alvast dank voor het bekijken,
Mike
- Winston
- Juridisch actief: Ja
- Regio: België
Benieuwd naar jouw juridische opties? Winston begeleidt jou aan de geschikte oplossing.
Klik hier om jouw situatie te beschrijven en we nemen binnen de 24 uur met jou contact op voor persoonlijke begeleiding
Als er één deur dicht gaat, gaat er een andere open.
Artikel gelezen, hierbij deze aantekening, was niet getrouwd of wettelijk samenwonend, inhouding (mijn inkomsten) betreft over de periode tussen uitspraak faillissement en de uitspraak van verschoonbaarheid. Dus hieruit mag of kan ik concluderen dat er één en ander niet correct is verlopen of interpreteer ik de tekst verkeerd?