De situatie:
- Echtgenote en ikzelf zijn gedomicilieerd in een stad aan zee, huren omwille van sociale redenen (pendeltijd) sedert 2013 een appartement in Sint-Joost ten Noode (Brussel)
- Zoals de regelgeving het voorschrijft en om te vermijden dat de eigenaar problemen krijgt doen we gezamenlijk aangifte bij de gemeente van het feit dat we daar een tweede verblijfplaats hebben.
- Op 1 maart 2014 ontvangen we twee aanslagbiljetten (één per persoon), per aanslag wordt het volledige verschuldigde bedrag voor de belasting tweede verblijven geheven. Het belastingreglement vermeldt duidelijk dat de belasting verschuldigd is per verblijf (en dus niet per persoon), per jaar.
- Op 18 maart 2014 dien ik per AS een bezwaar in, door ons beiden ondertekend, tegen de twee aanslagen en zet daarin uiteen omwille van welke redenen we niet akkoord gaan met de aanslag. Aangezien het indienen van het bezwaar niet opschortend werkt t.o.v. de betalingsplicht, voldoen we twee keer het volledige geheven bedrag.
- Krachtens de bepalingen van art. 2 van het K.B. van 12 april 1999 tot bepaling van de procedure voor de gouverneur of voor het college van burgemeester en schepenen inzake bezwaarschrift tegen een provincie- of gemeentebelasting, moet de gemeente binnen de 8 werkdagen een ontvangstbewijs van het bezwaarschrijft opzenden: nooit ontvangen.
- Tot op heden ook nog geen beslissing ontvangen van het college (in principe per aangetekend schrijven) maar wél twee nieuwe (opnieuw foutieve) aanslagbiljetten, ditmaal voor het volgende aanslagjaar.
- Paar maand geleden AS gezonden om te herinneren aan mijn initieel bezwaarschrift en hen in gebreke te stellen. Geen enkele reactie.
- De Wet betreffende de vestiging en de invordering van de provincie- en gemeentebelastingen van 24.12.1996 bepaalt in art. 9: De belastingplichtige kan een bezwaar tegen een provincie- of gemeentebelasting indienen respectievelijk bij de gouverneur of bij het college van burgemeester en schepenen, die als bestuursoverheid handelen. De Koning bepaalt de op dit bezwaar toepasselijke procedure. (nota: het KB in kwestie over de procedure is het reeds genoemde).
- Dan komt Art 10, zelfde wet: Tegen de beslissing genomen door de in artikel 9 bedoelde overheden kan beroep ingesteld worden bij de rechtbank van eerste aanleg van het rechtsgebied waarin de belasting gevestigd werd. Bij ontstentenis van beslissing wordt het bezwaar geacht gegrond te zijn. De artikelen 1385decies en 1385undecies van het Gerechtelijk Wetboek zijn van toepassing.
Tegen het vonnis van de rechtbank van eerste aanleg kan verzet of beroep ingesteld worden.
Tegen het arrest van het hof van beroep kan voorziening in cassatie ingesteld worden.
- Máár…er werd nooit een beslissing genomen over het bezwaarschrift en in de wetgeving noch het belastingreglement staat een termijn.
Vragen:
1. Is de termijn voor het opzenden van een ontvangstbewijs vanwege de gemeente een termijn van orde of van verval (zal wel orde zijn maar alla…)?
2. Hoe kan ik gezwind naar de rechtbank van eerste aanleg trekken en daar kraaien dat mijn bezwaarschrift niet alleen ratione materiae gegrond is maar daarenboven ook op louter formele grond aangezien er geen beslissing werd genomen door de gemeente wanneer er nergens een termijn gespecifieerd staat binnen dewelke ze moeten beslissen? Ik zie me daar al aankomen en hoor de tegenpartij al onontvankelijkheid van de vordering pleiten exact omwille van die reden, zo sterk zijn ze nog net wel.
Ondertussen is mijn tweede bezwaarschrift tegen de laatste heffingen nogmaals netjes aangetekend vertrokken…..
Bellen naar de gemeente is een hopeloze zaak: ik sta erop dat ze me in 't nl helpen en de personen die er zitten horen het in Keulen donderen en herhalen als robots dat de procedure 'il faut écrire une lettre si vous n'êtes pas d'accord'….op het aanslagbiljet staat. Moet nu wel erkennen dat ik één keer in het gemeentehuis geweest ben en ze hebben daar andere katten te geselen vermoed ik, gelet op het gedrag van mijn mede-supplicanten.