Beste,
Eerst beschrijving van de situatie :
BVBA gaat een "investeringskrediet" aan in juli 2010.
Gelet op de cassatierechtspraak dd. 24.11.2016 verzoekt de BVBA de bankinstelling om vervroegde terugbetaling (gelet op de hoge intrestvoet).
De bank weigert de terugbetaling om reden dat in artikel 20.5 aangegeven staat dat de vervroegde terugbetaling uitgesloten is.
Volgens mij is de bedoeling van voormelde cassatieuitspraak evenwel juist dat een vervroegde terugbetaling altijd is toegestaan (ook al staat in de algemene voorwaarden van het krediet dat dit uitgesloten is) mits betaling natuurlijk van een maximale wederbeleggingsvergoeding t.b.v. 6 maanden.
Wel is nog van belang of het hier gaat om een kredietopening of een lening op afbetaling.
In deze zaak betreft het een krediet dat :
a) volledig diende opgenomen te worden binnen een periode van 2 maanden (in deze 2 maanden was een reserveringscommissie verschuldigd à rato van 0,1%);
b) krediet is terugbetaalbaar in een aantal vooraf vastgelegde gelijke maandelijkse schijven;
c) krediet is niet vrij wederopneembaar.
Wel dient nog aangehaald dat de bankinstelling hierbedoeld krediet heeft opgenomen in een kredietcontract (waar ook nog andere kredieten zijn in opgenomen), doch ieder apart krediet wordt apart behandeld.
Iemand enige ervaring in dergelijke zaken?
Met dank