Een bevriend echtpaar met BVBA onderneming bevindt zich in de volgende situatie:
1) Investerings- krediet genomen (in BVBA) om een appartement aan te schaffen dat zowel bedrijfslocatie als huis is voor familie en kinderen;
2) Investerings- krediet is gedekt door een partiële hypotheek en hypothecaire volmacht op - terugbetaling op 6% over 20 jaar;
3) Alle contracten zijn van voor 2014;
In 2011 werd de bank nerveus en lichte de hypothecaire volmacht en schreef de volledige hypotheek in. Alle verplichtingen zijn echter nagekomen - de actie van de bank was louter ingegeven door hun zorg over de markt waarin mijn vrienden werken. In de tussentijd wijzigde de fiscale wetgeving ook en worden ze veel zwaarder aangeslagen voor het gedeeltelijke privé gebruik van het huis. Verder is er sprake van familie uitbreiding geweest en willen ze verhuizen; maar:
- bank beroept zich op wederbeleggingsvergoeding zijnde alle resterende rente termijnen tot einde contract (nog zo'n 15 jaar);
- wegens volledige hypothecaire inschrijving kan het pand niet verkocht worden zonder instemming van de bank - dat accepteren ze alleen indien de lening wordt afgelost maar in dat geval roepen ze de wederbeleggingsvergoeding in;
De facto kunnen mijn vrienden nu volgens de bank niets doen behalve blijven zitten in het appartement waar ze wonen voor 15 jaar! Het is natuurlijk hun stommiteit dat ze destijds een investeringskrediet genomen hebben en geen hypotheek - maar totdat de bank de lening volledig hypothecair inschreef was dat op zich geen probleem. Mijn vraag is of het feit dat die wijziging heeft plaats gevonden hun juridische situatie verandert. Op basis van contract en algemene voorwaarden vallen ze tussen wal en schip en hebben noch de bescherming van een hypotheek overeenkomst noch de flexibiliteit van een investeringskrediet maar wel de beperkingen van een hypotheek en de hoge kosten van een investeringskrediet.