#4 , 22 mar 2006 16:53
art. 1754 B.W. Herstellingen ten laste van de huurder, of geringe herstellingen tot onderhoud, waartoe, behoudens andersluidend beding, de huurder gehouden is, zijn die welke door het plaatselijke gebruik als zodanig beschouwd worden en, onder andere, de herstellingen: aan haarden, haardplaten, lijsten en mantels van schoorstenen; aanbepleistering van de muren van appartementen en andere woonplaatsen, onderaan tot op een meter hoogte; aan vloerstenen en tegels van kamers, wanneer er slechts enkele gebroken zijn; aan ruiten, tenzij die gebroken zijn door hagel of andere buitengewone en door overmacht veroorzaakte voorvallen waardoor de huurder niet aansprakelijk is; aan deuren, vensterramen, planken dienende tot afschutting of sluiting van winkels, hengsels, grendels en sloten.
art. 1755 B.W. Geen van de herstellingen die geacht worden herstellingen ten laste van de huurder te zijn, komt voor rekening van de huurder, wanneer alleen ouderdom of overmacht daartoe aanleiding hebben gegeven.
aan je huurcontract te zien is het echter de huurder zijn verantwoordelijkheid.
"Ik excuseer mij voor het soms aanstootgevende taalgebruik van mijn zoon" de moeder van Mette