Blijkbaar begrijpt u niet dat door te verwijzen naar een mail waarmee u hebt opgezegd het bestaan van de overeenkomst is aangetoond! Het gaat daarom niet langer om een begin van bewijs maar wel over een sluitend bewijs op grond van bekentenis...
Het aantonen van een niet bestaande overeenkomst middels een verwijzing naar een mail betekent niets, want er staat als eerste commentaar onder de wettekst dit:
"De wetgever heeft nochtans tot op heden artikel 1326 van het Burgerlijk Wetboek gewijzigd waardoor een belofte tot betaling, een schuldbekentenis, een borgstelling, niet zomaar per e-mail kan verstuurd worden."
Geen belofte tot betaling, GEEN schuldbekentenis kan via mail.
En de 14 dagen bedenktijd dan? Of is dat onjuiste info?
En stel dat de opzeg niet is verzonden door ons, om eender welke reden ook. dan zou dat betekenen dat een telefoongesprek, samen met een eenzijdige mail voldoende is om geld uit de zakken te kloppen.
En dan is er nog dit in de tekst:
"De wetgever heeft nochtans tot op heden artikel 1326 van het Burgerlijk Wetboek gewijzigd waardoor een belofte tot betaling, een schuldbekentenis, een borgstelling, niet zomaar per e-mail kan verstuurd worden." , daaruit kan ik dus verstaan dat de email nooit een bevestiging kan zijn van een bestaande overeenkomst.
Dat kan alleen in handschrift
"Artikel 1326 Burgerlijk Wetboek vereist dat de tekst waarbij een partij zich jegens een andere verbindt om haar een geldsom te betalen, geheel met de hand van de ondertekenaar werd geschreven, of dat de laatste tenminste, naast zijn handtekening met de hand “een goed voor” of een “goedgekeurd voor” heeft geschreven waarbij de te bepalen som voluit in letters is uitgedrukt"
-Dat begrijp ik goed genoeg om verzekerd te zijn dat er geen overeenkomst kan zijn op basis van een verwijzing naar een mail.
-De bedenktijd hoe zit het daarmee? Gesteld dat de mail zogezegd niet is doorgekomen aan de andere kant van de lijn.