Bewijs van ontvangen factuur om te betalen

Duco
Topic Starter
Berichten: 1

Bewijs van ontvangen factuur om te betalen

#1 , 08 jan 2013 18:50

8/1/2013
Ik heb onlangs een brief ontvangen van een Incasso bedrijf omdat ik factuur van 28/01/2011 niet betaald zou hebben.
Het kan best zijn dat we deze vergeten zijn. tussen 28/01/2011 zouden ze 3 brieven hebben opgestuurd.
Ik heb dit bedrag niet betaald omdat ik zeker ben dat ik deze brieven niet ontvangen hebt.

Ik heb gebeld naar de incasso bedrijf, om te melden dat ik de hoofdsom reeds betaald heb.
Tijdens het gesprek heb ik gevraagd of ze kunnen bewijzen dat ik ooit het factuur ontvangen per aangetekend schrijven.
Als ze dit kunnen bewijzen dat ik deze ontvangen heb, dat ik onmiddellijk de bijkomende kosten zal betalen.
Het incasso bedrijf beweert dat men niet verplicht is om een aangetekend schrijven op te sturen.
Ik heb hun gevraagd hoe ze dit dan kunnen bewijzen dat ik de brieven wel opgestuurd zijn, blijkbaar hoeven ze dit niet te doen.

De vraag is: is het waar dat men niet verplicht is om een aangetekend schrijven op te sturen als herinnering?
Kan er iemand mij een duidelijk antwoord opgeven?

Met vriendelijk groet

Winston
Juridisch actief: Ja
Regio: België

Een juridische oplossing. Voor elk probleem, voor iedereen!

Benieuwd naar jouw juridische opties? Winston begeleidt jou aan de geschikte oplossing. Klik hier om jouw situatie te beschrijven en we nemen binnen de 24 uur met jou contact op voor persoonlijke begeleiding
freelance
Berichten: 2615

#2 , 08 jan 2013 19:38

Nooit ingaan op een Incasso bureau . Hebben geen enkel recht .
Aan wie hebt u de hoofdsom betaald , aan firma of Incasso.?

Wet betreffende de minnelijke invordering van schulden van de consument :

Art. 6.§ 1. Elke minnelijke invordering van een schuld dient te starten met een schriftelijke ingebrekestelling gericht aan de consument.
Deze ingebrekestelling dient op een volledige en ondubbelzinnige wijze alle gegevens omtrent de schuldvordering te omvatten. Zij dient minstens de gegevens, opgesomd in § 2, te bevatten, en er kan maar tot andere invorderingstechnieken worden overgegaan na afloop van de in § 3 vastgestelde termijn.
§ 2. In deze ingebrekestelling komen minstens de volgende gegevens voor :
1° de identiteit, het adres, het telefoonnummer en de hoedanigheid van de oorspronkelijke schuldeiser;
(NOTA : in het 1° worden tussen de woorden " de identiteit, " en de woorden " het adres, " de woorden " het ondernemingsnummer, " ingevoegd <KB 2003-04-04/39, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2005>)
2° de naam of benaming, het adres, het inschrijvingsnummer in het handelsregister en het BTW-identificatienummer, alsmede het inschrijvingsnummer bij het Ministerie van Economische Zaken van de persoon die tot de minnelijke invordering overgaat;
(NOTA : het 2° wordt vervangen als volgt :
" 2° de naam of de benaming, het adres en, desgevallend, het ondernemingsnummer van de persoon die tot minnelijke invordering overgaat evenals de gegevens van het bevoegd toezichthoudend bestuur bij de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand & Energie; " <KB 2003-04-04/39, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2005>)
3° een duidelijke beschrijving van de verplichting die de schuld heeft doen ontstaan;
4° een duidelijke beschrijving en verantwoording van de bedragen die van de schuldenaar geëist worden, met inbegrip van de geëiste schadevergoedingen en nalatigheidsinteresten;
5° de vermelding dat, bij afwezigheid van reactie van de schuldenaar binnen de in § 3 gestelde termijn, de schuldenaar tot andere maatregelen tot invordering kan overgaan.
[1 6° ingeval de invordering gebeurt door een advocaat, een ministerieel ambtenaar of een gerechtelijke mandataris wordt volgende tekst in een afzonderlijke alinea toegevoegd, in het vet gedrukt en in een ander lettertype :
Deze brief betreft een minnelijke invordering en geen gerechtelijke invordering (dagvaarding voor de rechtbank of beslag).]1
§ 3. De ingebrekestelling vermeldt een termijn waarbinnen de schuldenaar aan de vordering kan voldoen zonder dat er bijkomende maatregelen ter invordering mogen worden genomen. Deze termijn bedraagt ten minste vijftien dagen, en vangt aan op de datum waarop de schriftelijke aanmaning wordt opgestuurd.
Wat een wet interessant maakt ,
is wat er in die wet , niet in staat .

Reclame

Terug naar “Andere”