#1 , 19 nov 2017 12:38
Casus : meneer en mevrouw x sluiten in 2004 een krediet af voor de aankoop van een pand om er een juwelenzaak te starten. Meneer en mevrouw x zijn getrouwd onder het stelsel scheiding van goederen, op de eigendomsakte wordt de naam van de vader gezet, bij de afsluiting van het eerste krediet voor een bedrag van 71.000 euro wordt de toen 18 jarige dochter als mede debiteur op de lening gezet. In 2005 komt de moeder te overlijden, de vader laat het lopende krediet herzien en dwingt zijn twee kinderen om een nieuwe krediet aanvraag van 13000 euro (kaskrediet) , 53.000 euro (hypotheeklening) en 89.000 euro (investeringslening) te ondertekenen als hoofdelijk aansprakelijk. Bijgevolg hangen de twee kinderen vanaf hun 18de al vast aan een hypothecaire lening van een pand dat op naam staat van hun vader, met alle gevolgen vandien. Het pand bevat 1 winkelruimte waar de vader een juwelierszaak heeft en een appartement waar de dochter woont , de dochter betaald sinds 2005 , 550 euro huur aan de vader , nochtans heeft de vader nooit een echt huurcontract willen maken, bovendien wordt met deze 550 euro huur de hypothecaire lening afbetaald. De vader heeft ondertussen al zijn geld verkwist aan vrouwen die van zijn ouderdom profiteren. Hij dreigt nu de dochter uit het appartement te zetten om het tegen een hogere prijs te verhuren ook dreigt hij het pand te verhuren, via de notaris zijn de kinderen te weten gekomen dat hij het pand aan een jonge vrouw wil schenken. Mijn vraag is als je als als hoofdelijk en aansprakelijk persoon een hypothecaire lening hebt afgesloten zoals in dit geval en kan aantonen dat je al 22 jaar elke maand 550 euro van de gezamelijke schuld afbetaald, ben je dan niet automatisch voor dat aandeel eigenaar van het pand? Graag jullie advies en goede raad. Hartelijk dank.