Ik zit met volgend ingewikkeld probleem waarbij ik volledig recht in mijn schoenen sta !
Ik leende in september 2014 een som van 15000 Eur (vijftienduizend) bij een kennis. Ik had dit nodig op korte termijn en ging dit ook snel terug betalen met de nodige intresten. Er is een getypt document opgemaakt met de vermelding van de hoofdsom, de intresten, omschrijving van de terugbetalingen. Volgens artikel 1326 BW moet er wel een handgeschreven melding zijn maar die is er totaal niet. Ook is er nergens een overschrijving geweest door de tegenpartij noch heeft de tegenpartij een bewijs van overhandiging. Alles wordt geacht cash gebeurd te zijn wat ook zo was.
Het probleem is dat er twee verschillende versies zijn opgemaakt. Ik wou eerst afbetalen op anderhalf jaar en heb een document getypt en onderaan gewoon getekend zonder dat ik zelf iets met de hand geschreven heb. De ontlener heeft dit document gekregen. Dezelfde dag heb ik mij bedacht en ben met de tegenpartij overeengekomen om op snellere termijn af te betalen. De bedragen van de aflossingen werden groter maar tegen januari dit jaar zou alles al geregeld zijn. Ik heb dan meteen het blad aangepast, uitgeprint en ondertekend nogmaals. Er zijn nu dus twee getekende versies, niet volledig juist volgens art 1326 opgemaakt, want gewoon met mijn getypte naam eronder, zonder geschreven schulderkenning en enkel mijn handtekening. De ene overeenkomst stopt in januari , de andere pas eind dit jaar.
In maart is de ontlener komen te sterven ! Onze overeenkomst was toen reeds volledig geregeld, allemaal in cash ook, er zijn geen bewijzen van overschrijving. Volgens dat eerste foute contract, dat ik destijds natuurlijk had moeten terugvragen aan de ontlener , zijn er nog afbetalingen te gaan tot eind 2015 , dus tot na het moment van overlijden.
Noch van de eerste noch van die tweede overeenkomst is er ergens een bewijs van terugbetaling, alles gebeurde in cash, ook de ontlening. Dus van die ontlening is er ook geen bewijs. De tegenpartij kan ook niet zeggen dat ik volgens het eerste contract aan het terugbetalen (om te bewijzen dat die eerste overeenkomst de juiste is) was want er is ook nergens geen storting of zo.
Kort na het overlijden is diens broer en dus erfgenaam bij mij komen aankloppen, privé en ik heb hem verzekerd dat alles reeds vereffend is. In juni, drie maanden later krijg ik plots een brief van zijn advocaat. Hij zegt dat ik het tweede contract 'gisteren' dus in juni ergens in de bus van de overledene gedeponeerd heb en dus valsheid in geschrifte pleeg en zo verder ?????? Zo'n lepe toestanden zeg !!!
Ik ben nu gedagvaard voor de rechtbank van eerste aanleg
Wat denkt u ?
Dus, twee documenten van 5 september 2014 , niet volledig volgens de regels van art 1325 en art 1326 bw , nergens iets met de hand geschreven, geen overschrijving of wat dan ook waarmee de ontlener de lening kan bewijzen. Ik erken die wel en zeg dat alles terugbetaald is in CASH ook. Natuurlijk willen zij dat tweede contract bestempelen als onjuist en vals maar het is praktisch identiek aan elkaar ... enkel het afbetalingsplan is anders.