#2 , 05 jun 2015 11:03
“Art.1326.Een onderhands biljet of een onderhandse belofte waarbij een enkele partij zich tegenover de andere verbindt om haar een geldsom of een waardeerbare zaak te betalen, moet geheel geschreven zijn met de hand van de ondertekenaar; of tenminste moet deze, benevens zijn handtekening, met de hand een goed voor of een goedgekeurd voor geschreven hebben, waarbij de som of de hoeveelheid van de zaak voluit in letters is uitgedrukt. Art. 1902. De lener is gehouden de geleende zaken in dezelfde hoeveelheid en hoedanigheid en op de overeengekomen tijd terug te geven...Art. 1904. Indien de lener de geleende zaken of de waarde ervan niet op de overeengekomen tijd teruggeeft, is hij daarvan interest verschuldigd te rekenen van de dag van de aanmaning.”(Burgerlijk Wetboek=B.W.).
Zelfs indien voornoemde belofte zou overeenstemmen met art.1326 B.W.,dan nog is dit geen uitvoerbare titel in de zin van : “Art.1494.Geen uitvoerend beslag op roerend of onroerend goed mag worden gelegd dan krachtens een uitvoerbare titel en wegens vaststaande en zekere zaken...”(Gerechtelijk Wetboek).
Met voornoemde belofte mag de notaris dus geen som inhouden op het erfdeel van uw broer en die aan u uitkeren. Uw broer kan echter met die som zijn schuld aan u vrijwillig betalen of laten betalen door de notaris.
Ga naar Belgische wetgeving in JUSTEL-databanken van Belgisch Staatsblad. Klik voor WetBOEKEN achter ’Juridische aard’. Op afkondigingsdatum vindt u de overige akten. Inzake FEDERALE fiscale wetgeving zie http://www.fisconetplus.be/