Om het even juridisch te bekijken, en niet vanaf de toog.
Dag,
Hieronder het schrijven van de juridische dienst invoerder :
Bij een “misleidende verkoop” moet eerst en vooral de intentie vereist zijn om te misleiden ; iets waar de garage waar u gekocht heeft noch wijzelf in geen geval aan voldoen nu niemand exact wist welk specifiek type leder het juist betrof. Nazicht bij onze fabrikant leerde ons trouwens dat deze leersoort juist gebruikt wordt omdat ze significant duurzamer, goedkoper en gemakkelijker te onderhouden is. Zelfs in geval van misleiding (quod certe non), is er dus sowieso geen sprake van enige schade.
Ten tweede gebruiken alle vergelijkbare merken op de markt de term “leder” voor wat inderdaad skai-leder is bij al deze merken (in bijlage vindt u een print screen van enkele andere merken). Er kan o.i. enkel sprake zijn van misleiding indien de term “natuurleder” werd gebruikt, zoals die bijv. bij Porsche, een premiumbrand, als optioneel wordt aangeboden (naast het basis “lederen” interieur). Het gebruik van de term “lederen” is dan ook aanvaardbaar en een overkoepelende term voor de soorten leder die in de industrie over de jaren heen werd ontwikkeld, inclusief de duurzame skai soort. Er is dan ook geenszins sprake van misleiding.
Ten derde merken wij ook op dat u, indien u inderdaad “natuurlederen” zetels had gewenst, daarmee zou hebben afgeweken van de regel op de markt en dus op zoek was naar iets exclusief, u dit uitdrukkelijk had moeten vragen. Wij vernemen van de garage dat u dit niet gedaan heeft.
U kan alsdusdanig geen verhaal maken.
Wat ons betreft is het dossier dan ook afgesloten.
Wat kunnen we doen ? Advies ?
Dat eerste argument, daar begrijp ik werkelijk niets van. Het Europese hof van Justitie heeft in verschillende arresten heel duidelijk gesteld dat er absoluut geen intentie tot misleiding moet zijn. Het feit dat iets potentieel misleidend is, is voldoende. Dat argument raakt dus kant noch wal. Als je gewoon de bepaling uit het WER leest, dan merk je onmiddellijk dat van enige intentie geen sprake is. Verkeerdelijk begint men of het gebrek aan schade in het eerste argument. Er is geen vereiste van schade! De beïnvloeding van het economisch gedrag van de consument - dat is belangrijk. Opnieuw slaat men de bal compleet mis.
Het tweede argument is iets sterker (en ook minder juridisch), maar de vraag is of de gemiddelde consument die moet en kan weten. Volgens mij niet.
Het derde argument is complete onzin; er zijn geen regels op de markt die tegenwerpbaar zijn aan consument. Als u nu een onderneming was, dan had ik het bestaan van enige gewoon nog willen aanvaarden.
U zou de juridische dienst opnieuw mogen contacteren, en de jurist vriendelijk verzoeken zijn diploma in te leveren. Dit niveau is hallucinant en juridisch bekeken quatsch.
Hiermee meen ik nog niet dat u gelijk hebt of zal krijgen, maar ze hebben alvast een zwakke start genomen.
Een blote eigenaar heeft geen vruchtgebruik; een naakte eigenaar geen kleren.