Om alle twijfels hieromtrent weg te nemen, ziehier:
"Bedingen die bepalen dat een consument die het goed overkoopt van de oorspronkelijke koper (eveneens consument), zich niet kan beroepen op de wettelijke garantie (verboden). "
Bron: COB, 27 februari 2013, p. 7.
Bij deze heb ik uw tegenargumenten juridisch ontzenuwt.
Die was ik al tegengekomen.
Bizarre is dat de COB net die stelling niet staaft met een voetnoot naar rechtspraak (of rechtsleer).
Ze laat maw in het ongewisse op welke rechtsgrond ze zich zelf baseert.
Gebasseerd op artikel VI.83, 14° WER.
Sorry, maar art. VI.83, 14º WER zegt niet waarom de vrijwaringsplicht voor gebrek aan overeenstemming overdraagbaar is naar een particuliere klant van een particuliere klant.
Het zegt enkel dat - ALS de vrijwaringsplicht overdraagbaar is - dit tevens een onrechtmatig beding uitmaakt.
Art. 1615 BW zou wél een rechtsgrond kunnen uitmaken voor deze overdraagbaarheid.
Waar er in de rechtsleer verschillende interpretaties lijken te zijn: gelden tav een particuliere klant van een particuliere klant de regels van consumentenkoop of de gemeenrechtelijke vrijwaringsplicht.
De bronnen die je aangeeft, lijken het eerste te ondersteunen. Ik heb zelf geen uitgebreid bronnenonderzoek gedaan. De COB instructies hebben alvast een hoge gezagswaarde (maar vormen geen bindende bron van recht).
Sterker zou zijn als dit in gezaghebbende of meerderheidsrechtspraak ook bevestigd werd. Het zou alleszins niet onredelijk zijn: ik zie geen reden waarom een professionele verkoper zou ontslagen moeten worden van zijn vrijwaringsplicht voor gebrek aan overeenstemming als het goed binnen de gedekte periode overgaat naar een nieuwe eigenaar.
De Europese Richtlijn noch de omgezette regelgeving van de Consumentenkoop op zich regelen deze problematiek echter, zodat op het nationale gemene recht moet worden teruggevallen.
TS heeft alvast kapstokken waarmee hij een beroep kan doen op de kosteloze herstelling door de garagist.