Verjaringstermijn is vijf jaar
Grondwettelijk Hof 13/2007
- In die zin geïnterpreteerd dat de vijfjarige verjaring waarin artikel 2277 van het Burgerlijk Wetboek voorziet niet van toepassing is op de periodieke schulden in verband met het verstrekken van mobiele telefonie, schendt die bepaling de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.
- In die zin geïnterpreteerd dat de vijfjarige verjaring waarin diezelfde bepaling voorziet van toepassing is op de periodieke schulden in verband met het verstrekken van mobiele telefonie, schendt zij de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet.
De vraag is dan natuurlijk wel - aangezien het gaat om kapitaal dat niet meer toeneemt, of het genoemde arrest van toepassing is.
"Het Hof merkt echter op dat de tekst van artikel 2277 van het Burgerlijk Wetboek niet uitsluit dat het wordt toegepast op de periodieke schulden in verband met het verstrekken van mobiele telefonie,
in zoverre zij erdoor worden gekenmerkt dat ze toenemen naarmate de
tijd verstrijkt.
Als het dus om een schadevergoeding wegens foutieve verbreking van het contract gaat, is naar mijn mening deze leer niet van toepassing.
@ belgje: opgepast: zelfs indien de varjaringstermijn slechts 5 jaar bedraagt, zou het goed kunnen dat deze termijn 5 jaar geleden gestuit is, waardoor een nieuwe termijn van 5 jaar is beginnen lopen. Deze nieuwe verjaringstermijn van 5 jaar kan bovendien nu nogmaals gestuit zijn, afhankelijk van de brief die je kreeg van de deurwaarder.