In augustus 2025 kocht ik bij een particuliere verkoper een oldtimer (±30 jaar oud) voor €1.750. De prijs werd vooraf vast afgesproken via WhatsApp (“vaste prijs, bij geen grote verrassingen”). Ik betaalde een voorschot en het saldo, waarna de wagen werd geleverd met sleutels en documenten.
Bij de aankoop was het niet mogelijk de onderzijde van de wagen te inspecteren, aangezien er geen brug of takel aanwezig was. De verkoper vermeldde dat de wagen al lange tijd stilstond en mechanisch nazicht nodig had, maar maakte geen melding van structurele schade of ernstige roest. De zichtbare carosserie en interieur waren perfect in orde.
In oktober 2025 werd de wagen op een brug geïnspecteerd, waarbij ernstige structurele roest aan de bodemplaten werd vastgesteld, met nood aan zwaar laswerk. Deze schade was bij de aankoop niet zichtbaar en maakt de wagen objectief onveilig en ongeschikt voor normaal gebruik. Na het bezorgen van foto’s erkende de verkoper via WhatsApp dat er laswerk nodig was, maar minimaliseerde de ernst.
De verkoper stelt nu dat hij zelf de onderzijde niet kende. Na een later bezoek aan de oorspronkelijke verkooplocatie (die eerst werd opgegeven als domicilieadres) bleek dit echter een locatie (achter het huis) met meerdere gestalde, niet-rijdende voertuigen en veel gereedschap, wat vragen oproept over zijn kennis van de staat van het voertuig. De verkoper is bovendien actief in de automotivesector.
Ik heb de verkoper aangetekend in gebreke gesteld en de ontbinding van de verkoop gevraagd op basis van verborgen gebreken (art. 1641 e.v. BW), met terugbetaling van de aankoopprijs. De verkoper weigert en stelt dat het om zichtbare gebreken gaat en dat de lage prijs de toestand rechtvaardigt.
Mijn vraag: kwalificeert dit juridisch als een verborgen gebrek en maak ik kans op ontbinding van de verkoop bij de vrederechter?