Art. 2272 Burgerlijk Wetboek bepaalt dat onder meer verjaren na één jaar de vordering "van kostschoolhouders, tot betaling van het kostgeld van hun leerlingen; en van andere meesters, tot betaling van het leergeld;"
Rb. Brugge (5e k.) 3 januari 2013, TGR-TWVR 2013, afl. 4, 252 oordeelde dat deze verjaring van toepassing was met de volgende motivering:
Verweerders werpen terecht op dat de vordering van eiseres in toepassing van art. 2272 B.W. verjaard is.
De schoolrekeningen hebben betrekking op verschafte maaltijden, schoolgerief, studie-uitstappen en administratiekosten, weze het de diensten die een kostschoolhouder verleent, benevens logement.
Het feit dat de dochter van verweerders niet insliep in de school doet hieraan geen afbreuk. Zij nam de maaltijden op school, wat onderdeel is van het verlenen van kost en onderwijs.
In uw geval is er geen sprake van maaltijden en dus kan de redenering die de rechtbank toepaste (kostschoolhouder) niet worden toegepast.
Als men de ratio legis van de wet toepast zou men moeten aanvaarden dat de verjaringstermijn één jaar is. De bedoeling van de wet is immers dat ze toegepast wordt op schulden waarvan het de gewoonte is dat geen geschrift wordt opgesteld en die contant betaald worden. De kosten die aangerekend worden zijn trouwens normale kosten van 'leermeesters'.
Anderzijds is deze bepaling een uitzondering op de algemene regel, die restrictief moet geïnterpreteerd worden. Het gaat niet om 'kostgeld' of 'leergeld' in de strikte zin van het woord. Wel als men 'leergeld' ruim interpreteert.
Ik durf niet te voorspellen wat de rechter zal uitspreken.
Zie mijn post #18, dat naast het vonnis van Brugge, ook volgend vonnis vermeldt:
Vred. Genk 26 januari 2016,
T.Vred. 2016, afl. 9-10, 482:
Schoolrekeningen verjaren na verloop van 5 jaar ex artikel 2277 BW omdat zij mettertijd toenemen en trimestrieel betaalbaar zijn. Zij zijn geen kostgelden en vallen dus niet onder de verjaring van art. 2272, derde lid BW. Schoolgelden zijn solidaire schulden van de twee ouders ten overstaan van de onderwijsinstellingen.