Art. 1231.10.<Ingevoegd bij W 2003-04-24/32, art. 5; Inwerkingtreding : 01-09-2005> De [3 familierechtbank]3 hoort [1 ...]1 de volgende personen, die door de griffier opgeroepen worden bij gerechtsbrief, of wanneer het personen beneden de zestien jaar betreft, bij gewone brief :
1° de adoptant of de adoptanten;
2° eenieder van wie de toestemming in de adoptie vereist is of, indien hij bij toepassing van artikel 348-9 van het Burgerlijk Wetboek een vertegenwoordiger heeft aangewezen, deze laatste;
3° de geadopteerde die de leeftijd van twaalf jaar nog niet heeft bereikt wanneer uit een door de [3 familierechtbank]3 bevolen en door de bevoegde sociale dienst uitgevoerd grondig onderzoek blijkt dat hij in staat is zijn mening over de voorgenomen adoptie te kennen te geven; in het tegenovergestelde geval beschikt het kind over vijftien werkdagen te rekenen vanaf de dag dat het resultaat van het onderzoek hem door de procureur des Konings ter kennis is gebracht, om de jeugdrechtbank schriftelijk te verzoeken hem op te roepen opdat zij zelf over zijn bekwaamheid zou kunnen oordelen; wanneer de [3 familierechtbank]3 oordeelt dat het kind in staat is zijn mening te kennen te geven, hoort zij het; de beoordeling van de [3 familierechtbank]3 over de bekwaamheid van het kind is niet voor beroep vatbaar;
[2 3° /1 de persoon die bij proces-verbaal bedoeld in artikel 348-1, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek wilsonbekwaam werd bevonden, dan wel diens vertrouwenspersoon;]2
4° eenieder van wie het door de procureur des Konings ingewonnen advies ongunstig is voor de adoptie;
5° eenieder die de rechtbank wenst te horen.
Indien de personen bedoeld in het eerste lid, 2° en 4° verschijnen kunnen zij bij eenvoudige akte verklaren in het geding te willen tussenkomen.
In uitzonderlijke omstandigheden kan de rechtbank vrijstelling van persoonlijke verschijning verlenen en toestaan dat betrokkene door een bijzonder gemachtigde, door een advocaat of door een notaris wordt vertegenwoordigd.
Behalve wanneer artikel 1231-11, tweede en derde lid, wordt toegepast, wordt van deze verhoren een proces-verbaal opgesteld.
Enkel getuigen kunnen klein verlet krijgen. Als u dus tot categorie 1,2,3 of 4 behoort, bent u geen getuige. Dan heb je ook geen recht op klein verlet.
Indien je twijfelt, geef eens de reden waarom je denkt opgeropen te worden en je band met de persoon die geadopteerd wordt.