#6 , 25 apr 2017 21:43
“Art.96. De curators kunnen de roerende en onroerende goederen uit het eigen vermogen van een gefailleerde echtgenoot zowel als uit hun gemeenschappelijk vermogen verkopen zonder de voorafgaande toestemming van de andere echtgenoot of de rechterlijke machtiging, voorgeschreven bij de artikelen 215, § 1, 1418 en 1420 van het Burgerlijk Wetboek.Art.98.De gemeenschappelijke schulden die de gefailleerde bij de uitoefening van zijn beroep heeft gemaakt en die niet voldaan zijn door de vereffening van het faillissement kunnen niet worden verhaald op het eigen vermogen van de echtgenoot van de gefailleerde.”(8 augustus 1997 Faillissementswet).
‘Mijn ouders zijn getrouwd in het stelsel van gemaanschap van goederen.’.
“Art.1405.Gemeenschappelijk zijn :1. de inkomsten uit de beroepsbezigheden van elk der echtgenoten, alle inkomsten of vergoedingen die ze vervangen of aanvullen, evenals de inkomsten uit openbare of particuliere mandaten;2. de vruchten, inkomsten, interesten van hun eigen goederen;3. de goederen geschonken of vermaakt aan de twee echtgenoten samen of aan een van hen onder beding dat die goederen gemeenschappelijk zullen zijn; 4. alle goederen waarvan niet bewezen is dat zij aan een der echtgenoten eigen zijn ingevolge enige wetsbepaling.”(Burgerlijk Wetboek=B.W.).
“Art.1428.In geval van ontbinding van het wettelijk stelsel door het overlijden van een der echtgenoten,...zijn de echtgenoten of de langstlevende echtgenoot gehouden een beschrijving en een schatting op te maken van de gemeenschappelijke roerende goederen en schulden. Deze beschrijving, waarvan de inhoud geregeld wordt bij de artikelen 1175 en volgende van het Gerechtelijk Wetboek, mag onderhands geschieden, wanneer alle belanghebbende meerderjarige partijen daarmee instemmen...Zij moet opgemaakt worden binnen drie maanden na het overlijden...Bij gebreke van een boedelbeschrijving binnen die termijn kan elke belanghebbende partij de omvang van het gemeenschappelijk vermogen bewijzen door alle wettelijke middelen, zelfs de algemene bekendheid.”(B.W.).
Laat misschien best die beschrijving opmaken of nazien door een notaris die u daarna kan adviseren inzake al dan niet verwerpen.
Onverminderd haar deel in de volle eigendom(=in principe de helft) geldt voor moeder :
“Art.745bis.§ 1.Wanneer de overledene afstammelingen...achterlaat, verkrijgt de langstlevende echtgenoot het vruchtgebruik van de gehele nalatenschap...§ 3. De langstlevende echtgenoot verkrijgt als enige, met uitsluiting van alle andere erfgenamen, het recht op de huur van het onroerend goed dat bij het openvallen van de nalatenschap van de overledene tot gemeenschappelijke verblijfplaats diende.”(B.W.).
“Art.784.De verwerping van een nalatenschap wordt niet vermoed : zij kan alleen gedaan worden op de griffie van de rechtbank van eerste aanleg van het arrondissement waar de erfenis is opengevallen, in een bijzonder daartoe gehouden register, of ten overstaan van een notaris. Art.785.De erfgenaam die de nalatenschap verwerpt, wordt geacht nooit erfgenaam te zijn geweest. Art.786.Het aandeel van hem die de nalatenschap verwerpt, komt ten goede aan zijn afstammelingen, indien plaatsvervulling plaatsvindt; zo niet, komt zijn aandeel door aanwas ten goede aan de andere erfgerechtigden in dezelfde graad; indien de verwerper alleen is in zijn graad, vervalt het aan de volgende graad, of aan de volgende orde, naar gelang van het geval.”(B.W.).
Ga naar Belgische wetgeving in JUSTEL-databanken van Belgisch Staatsblad. Klik voor WetBOEKEN achter ’Juridische aard’. Op afkondigingsdatum vindt u de overige akten. Inzake FEDERALE fiscale wetgeving zie http://www.fisconetplus.be/