Het gebeurt regelmatig dat ik in een antwoord op een vraag van een forumbezoeker de 'benaderende' waarde opgeef , waartegen een vruchtgebruik kan/mag omgezet worden vb. na verkoop of uit onverdeeldheid treden.
Meestal wordt daarbij melding gemaakt van de tabellen Ledoux als basis van deze berekening. Deze tabellen zijn enigszins verouderd (gegevens van 2002) en niet meer aangepast aan de huidige sterftetafels. Bovendien is zowel het rendement als de kapitalisatievoet van het kapitaal onveranderlijk op 4 % , wat tegenwoordig onrealistisch is.
Art 745 sexies , § 3 van het Burgerlijk wetboek zegt :
Het vruchtgebruik wordt berekend volgens de waarde op de dag van de omzetting. Bij de waardering wordt onder meer en naar gelang van de omstandigheden rekening gehouden met de waarde en de opbrengst van de goederen, de eraan verbonden schulden en lasten en de vermoedelijke levensduur van de vruchtgebruiker.
Het is mijn bedoeling voortaan de waarde van het vruchtgebruik mee te delen volgens de "Tafels J. Schryvers" , met vermelding van de percentages rendement en kapitalisatie. Jacques Schryvers maakt steeds gebruik van de recentste sterftetafels , waardoor zijn berekeningen correcter en betrouwbaarder zijn. Men kan zelfs een tabel raadplegen die rekening houdt met een bepaalde inflatie.
Het is de wens van de wetgever aan de vruchtgebruiker een bedrag toe te kennen die hem levenslang een inkomen geeft , dat overeenstemt met hetgeen hij zou ontvangen als er geen omzetting BE/VG zou zijn.
Zoals in art 745 wordt gezegd , zijn er drie elementen die de grootte van de afkoopsom bepalen : de levensduur als meest onbekende factor ; de verhoopte opbrengst ; het tarief waartegen het kapitaal kan worden belegd. Wel J. Schryvers probeert dat het beste in te vullen oa. door gebruik te maken van de recentste gegevens en een onderscheid te maken tussen mannen en vrouwen.
De waarden in deze tabellen zijn richtinggevend en niet bindend. Maar ze zijn wel een goede leidraad , die ook door de Registratie erkend worden.
Verder is het nodig dat de waarde van het fiscaal vruchtgebruik , de basis voor de bepaling van de successierechten, wordt aangepast , omdat die momenteel te ver afwijkt van de realiteit en geen onderscheid maakt tussen man of vrouw.