Artikel 1021, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt dat de partijen een omstandige opgave kunnen indienen van hun onderscheiden kosten, met inbegrip van de vergoedingen voor uitgaven en rechtspleging bepaald in artikel 1022 van hetzelfde wetboek en dat in dat geval de kosten in het vonnis worden vereffend. Werden de kosten in het vonnis niet of slechts gedeeltelijk vereffend, dan wordt, krachtens het tweede lid van voormelde wetsbepaling, de beslissing over de kosten waarover niet werd gestatueerd, geacht te zijn aangehouden.
Uit de voormelde wetsbepaling volgt dat de beslissing omtrent kosten die door de partijen niet zijn vermeld in hun omstandige opgave geacht wordt te zijn aangehouden en dat de rechter in het vonnis enkel de kosten kan vereffenen die door de partijen vermeld zijn in hun omstandige opgave (Cass., 5 januari 2007, rol nr. C050483N,
www.juridat.be).
U kan opnieuw vaststelling vragen om de rechtsplegingsvergoeding te laten begroten.
scorpioen